Tijdens één van de brainstormmomenten in een prematuur stadium van een nieuw project aan een grote tafel in een open keuken, hoorden we vanaf de bank één zinnetje. Wij –heftig pratend, elkaar onderbrekend, wij gingen een voorstelling op poten zetten. Met een bescheiden speellijst in en om de Zaanstreek, met een paar liedjes, met een lach en een traan. Maar voor het zover was, moesten we nog wel even de kern vinden van ons verhaal. Hij- neergestreken in de bank na een dag hard werken met zijn handen, ons gekakel voor lief nemend terwijl hij ondertussen voorbij de zenders zapte, hij gaf in één van onze spaarzame adempauzes dat ene zinnetje: Als je vijfenzeventig jaar wordt, leef je negenhonderd maanden.
Focus naar de bank. We vielen stil. Deze kalme constatering moest even verwerkt. In mijn hoofd plakte ik onmiddellijk het woordje maar ertussen. Als je 75 wordt, leef je maar 900 maanden. In getallen opgeschreven lijkt het nóg minder. (Minder dan) Negenhonderd keer de verjaardagskalender omslaan. (Minder dan) Negenhonderd keer een nieuw setje maandlenzen aanbreken. (Minder dan) Negenhonderd loonstrookjes. Minder dan. Want –zelfs met mijn kinderjaren erbij, waarin ik nog geen lenzen had, laat staan een loonstrookje- ik had er al bijna 450 maanden op zitten. Wat betekende dat ik ‘nog maar’ 450 maanden de tijd had. Geen tijd te verliezen, dus.
Omdat ik in wezen een positief ingesteld mens ben, probeerde ik de mogelijkheden te zien en me niet te verliezen in de onverschillige houding ‘dat het allemaal geen zin meer heeft’. Plannen moesten gemaakt, ideeën uitgewerkt. Wat staat er nog op mijn bucketlist? Van de weeromstuit werd ik bijna overspannen van de enorme tijdsdruk en de oneindige mogelijkheden om de tijd te vullen. Ik moest keuzes maken.
Zeiden de volwassenen vroeger niet: “Wijsheid komt met de jaren?” Was wijsheid dan misschien het besef dat je niet meer álles kunt doen, dús dat je keuzes moet maken? En leveren die keuzes dan misschien op dat je niet meer de breedte probeert te bevatten, maar de diepte in gaat?
Eén zinnetje op een doordeweekse avond leverde een reeks aan gedachten op, maar ook een mooi uitgangspunt om deze kwestie eens te onderzoeken in een voorstelling. Vanaf januari willen we de onderzoeksresultaten graag aan u laten zien tijdens één van de voorstellingen in Zaanstad. Tot die tijd wens ik u vier mooie en zinvolle maanden toe. Wij gaan even de diepte in.